geschiedenis dakar

De Dakar-rally werd voor het eerst verreden in 1978. De drijvende kracht achter deze woestijnrally, die de eerste keer van Parijs naar de Senegalese hoofdstad Dakar voerde (en daarom enige jaren Paris-Dakar heette), was Thierry Sabine. De Franse motorcoureur verdwaalde een jaar eerder in Libië tijdens een andere woestijnrally. Hij raakte zo onder de indruk van de schoonheid van de woestijn, dat hij besloot een nog grootser opgezette rally te organiseren. Een race van contrasten, dat stond Sabine voor ogen: „Een uitdaging voor de deelnemers, een droom voor de thuisblijvers.”
De eerste jaren van de rally was meedoen belangrijker dan winnen. Het prijzengeld stelde weinig voor (4.000 euro voor de winnaar), de deelnemers hielpen elkaar bij pech en de gekste auto’s verschenen aan de start – van een Fiat Panda tot een Rolls-Royce.
Na de dood van Thierry Sabine (hij crashte in de rally van 1986 met zijn helikopter) professionaliseerde de Dakar-rally onder leiding van Gilbert Sabine, de vader van de oprichter. Onder zijn hoede domineerden fabrieksteams met miljoenenbudgetten de race en groeide Le Dakar uit tot een spektakel dat wereldwijd op televisie kwam.
De brandstofbevoorrading verbeterde, net als de medische bijstand. In het bivak konden deelnemers voortaan rekenen op eten, schoon water en wasgelegenheid. In plaats van een kompas kregen de rijders de beschikking over een navigatiesysteem en een waarschuwingsbaken voor noodsituaties. Deelnemers van het eerste uur zagen de veranderingen met lede ogen aan. „Het is een herenritje geworden’’, klaagde de Nederlandse truckchauffeur Jan de Rooy.
De Dakar-karavaan telt zo’n 2.300 personen. Eenderde daarvan is deelnemer, eenderde bestaat uit mecaniciens, masseurs en andere begeleiders en eenderde bestaat uit organisatoren en journalisten.
In 2006 was de rally in 178 landen op televisie te volgen. In Europa trok de race 150 miljoen kijkers.

 

         

Rating: 2.5979381443299 sterren
194 stemmen